Covertekst
Over wat er in de oorlog allemaal gebeurd is, bestaat een redelijk nauwkeurig beeld. We weten ook redelijk nauwkeurig wat er zich in deze periode in het dorp Vught heeft afgespeeld. Het beeld van wat de inwoners toen wisten en dachten is veel vager.
In januari 1943 werden de inwoners van Vught plotseling geconfronteerd met een SS-concentratiekamp. De eerste transporten met uitgeputte gevangenen zorgden alom voor ontzetting en verontwaardiging. Dat nam toe, nadat de verhalen loskwamen over de erbarmelijke omstandigheden in het kamp en de hoge sterftecijfers. In het dorp werden inwoners geconfronteerd met uitgeputte vrijgelaten gevangenen. Ze zagen groepen Joodse mannen, vrouwen en kinderen die uit het hele land naar het kamp kwamen. Op het station waren ze getuige van het massale en chaotische vertrek van transporten. Ze zagen de treinen vol met Joden vertrekken en ze zagen de Duitse en Nederlandse SS’ers die voor dit alles verantwoordelijk waren.
De confrontaties met het kamp en de transporten hebben de inwoners van Vught voor lastige dilemma’s en moeilijke keuzes gesteld. Moesten ze protesteren? Moesten ze verzet plegen? Kon dat überhaupt? Konden ze de gevangenen helpen, of de vertrekkende Joden? Moesten ze helpen bij voedselvoorziening voor onderduikers of misschien zelfs voor onderduik zorgen?
Met dit boek wil Bert Oomen inzicht geven in de dilemma’s waar de inwoners voor kwamen te staan. Hij laat zien hoe verschillend ze hier mee omgingen, welke keuzes ze hebben gemaakt, door welk gevoel ze zich lieten leiden en welke moed ze daarbij soms toonden. Hij laat daarbij ook zien welke lessen hieruit te trekken zijn voor de huidige tijd.
222 pagina’s
Adr. Heinen Uitgevers, Den Bosch
ISBN 978 90 868 0158 9
Recensie
Inmiddels heb ik vele fictie boeken gelezen over de Tweede Wereldoorlog. Toen mij de kans werd geboden om een non-fictie boek te lezen over dit thema, greep ik deze met beide handen aan.
Bert Oomen is dit boek begonnen met drie beweegredenen. Een daarvan was dat zijn moeder op zeventig jarige leeftijd nog steeds met een schuldgevoel leefde over haar rol tijdens de oorlog. Zij woonde in Vught waar het beruchte kamp werd gebouwd. Bert Oomen heeft bij het schrijven van dit boek vele bronnen gebruikt om het verhaal rondom kamp Vught zo compleet mogelijk te maken. Waarom deden zoveel mensen niets? Waar kwam dat door? Gedurende het lezen in het boek, wat overigens zeer prettig leest, ontdek je dat de bouw van het kamp in eerste instantie weer een hoop werkgelegenheid bracht aan de vele mannen die inmiddels werkloos waren geworden. Er rommelde al wat bij de oosterburen, maar ach dat was nog zo ver weg. Men dacht op een gegeven moment dat het kamp een kazerne moest worden voor de Duitsers. Maar als de kazerne er zo slecht uit zag, dan zal het vast niet zo goed gaan met de Duitsers. De Vughtenaren probeerden zo goed en kwaad als het ging gewoon hun leven te leven. Tot de eerste gevangenen kwamen. Zij moesten vanaf het station lopend door Vught naar het kamp. Dat trok veel bekijks en veel geschokte inwoners en iets doen, zoals brood geven, werd gelijk afgestraft. Vele Joden hebben zich in die tijd ook vrijwillig aangemeld voor het kamp. Ze dachten, als we ons vrijwillig melden en we zijn met elkaar dan zal het allemaal wel meevallen. Was dat naïef? Of geloofden ze dat werkelijk?
Beetje bij beetje werd het regime van de Duitsers heftiger. Beetje bij beetje werden de duimschroeven verder aangedraaid. Nederlandse directeuren van bedrijven werden langzaam aan vervangen door Duitse of Nederlandse NSB’ers. De regels in het kamp werden steeds strenger en hele groepen werden soms gestraft voor het feit wat één persoon had gedaan. Meneer Philips was een van de weinige die het voor elkaar kreeg om in het kamp een barak te organiseren waar hij zelf medewerkers mocht aanstellen voor werkzaamheden en hij zorgde dat ze genoeg te eten en te drinken hadden. Dat is jaren redelijk goed gegaan en heeft vele levens gered, tot dat Himmler een bezoek bracht aan het kamp. Bepaalde werkzaamheden werden voorgoed opgeheven wat er voor zorgde dat er vele mensen werden afgevoerd naar andere kampen.
Niet alleen wordt het leven in het kamp beschreven, maar ook buiten het kamp. NSB’ers die er voor zorgde dat de regels wel werden gevolgd, maar zo werden gedraaid dat niemand iets overkwam. Artsen en verpleegkundigen die hun best deden zieken te verzorgen en soms mensen konden laten onderduiken. Vrouwen uit hogere milieus die als missie hadden rode kruispakketten in het kamp te krijgen. Daar waren de Duitsers in het begin nog wel gevoelig voor, maar ook dat had zijn houdbaarheidsdatum.
Bert Oomen is er wat mij betreft in geslaagd om mij een beeld te geven van een specifiek kamp in een specifieke stad. Wat dit met de bewoners en laat staan met de gevangenen heeft gedaan kan ik mij niet voorstellen, maar met het boek van Oomen krijg je wel een bepaald beeld. Hij deelt de gruwelijkheden en de angsten. Angst om je eigen gezin en daardoor de drempel om in opstand te komen. Wie het gevoel had iets te kunnen doen heeft dat, met gevaar voor eigen leven, ook zeker gedaan. Je kunt niet oordelen over waarom iemand niets heeft gedaan, maar je kunt het met dit boek zeker wel beter leren begrijpen.