Covertekst
Wij zijn Sinclairs.
Niemand komt iets tekort.
Niemand heeft het ooit mis.
We wonen – in de zomer tenminste – op een privé-eiland voor de kust van Massachusetts.
Misschien is dat alles wat je hoeft te weten.
Behalve dat sommige van ons leugenaars zijn.
Cadence is het oudste kleinkind van de familie Sinclair. Officieel is zij de eerste erfgename na de zussen van de familie. Er rust daarom een zware taak op haar schouders, ze moeten wel leven volgens de standaard van de familie en met name die van haar strenge moeder. De zussen en dus ook haar moeder, maken voortdurend ruzie. Ieder dochter heeft een kast van een huis op het eiland. En aan het ene huis wordt meer onderhoudt gepleegd dan aan het andere huis door de opa van Cadence. En de ene zus heeft veel meer geld te besteden dan de ander. Althans, dat vinden de zussen.
Cadence trekt iedere zomer op met haar oudste neefjes en nichtjes (de leugenaars), ravotten op het strand, winkelen op een eiland in de buurt, varen en sterren kijken midden in de nacht. Tot er een neefje van de nieuwe liefde van een tante meekomt, Gat. Hij zet haar wereld op zijn kop… maar er is nog iets anders aan de hand. Er is iets gebeurt, iets waardoor Cadence het gevoel heeft dat ze al haar spullen moet weggeven. Haar favoriete boeken gaan de deur uit, kleine spulletjes uit haar kamer, net zo lang tot alles weg is, tot alles is uitgewist…net als haar geheugen.